Bron 1  enkele gegevens over de financiën van de rijksoverheid 2018
(bedragen in mld. euro’s)

totale ontvangsten   147
totale uitgaven   202
waarvan:    
aflossing staatsschuld 20  
rente over staatsschuld 33  
a Bereken de omvang van het begrotingstekort in 2018.
b Bereken de omvang van het financieringstekort in 2018.

Op 1 januari 2018 bedroeg de staatsschuld van dit land € 315 mld.

c Bereken de omvang van de staatsschuld op 31 december 2018.

Op 1 januari 2018 was de staatsschuld 70% van het nationaal inkomen van 2017. De regering wil dat percentage de komende jaren gelijk blijft.
Stel dat het nationaal inkomen in 2018 is gegroeid met 3,5%.

d Bereken hoe groot het financieringstekort volgens de gegeven doelstelling over 2018 had mogen worden.
a

Het begrotingstekort is het bedrag dat de overheid in 2018 moet lenen.
Er moet geleend worden omdat er meer geld uitgegeven wordt dan er binnen komt:

begrotingstekort = inkomsten – uitgaven = 147 – 202
begrotingstekort = € 55 mld.

b

Het financieringstekort geeft aan met welk bedrag de staatsschuld stijgt.
De schuld stijgt door nieuwe leningen en daalt door aflossing van oude schulden.

Nieuwe schulden = begrotingstekort = 55
Aflossing oude schulden = 20

Financieringstekort = 55 – 20 = € 35 mld.

c

Het financieringstekort geeft aan met welk bedrag de staatsschuld stijgt.
In 2018 stijgt de schuld dus met € 35 mld.

Schuld 31 dec. 2018 = 315 + 35 = € 350 mld.

d

BBP 1 januari 2018: 315/70 × 100 = € 450 mld.

Groei BBP in 2018: 1,035 × 450 = € 465,75 mld.

Staatsschuld maximaal 70% van BBP: 465,75 × 0,7 ≈ € 326 mld.

Maximale financieringstekort / (maximale) verandering staatsschuld: 326 – 315 = € 11 mld.