Een diepte-investering is een investering waarbij de kapitaalintensiteit verandert.

Zodra door een investering de verhouding tussen gebruikte hoeveelheid arbeid en kapitaal wijzigt, spreken we van een diepte investering. In het algemeen wordt met zo’n investering arbeid vervangen door kapitaal.

Diepte-investeringen hebben een tweezijdig effect op de werkgelegenheid.

  • Zij hebben een ongunstig effect op de werkgelegenheid, omdat werk dat voorheen door mensen gedaan werd daarna door machines gedaan wordt. Zo verdwijnen arbeidsplaatsen.
  • Zij hebben een gunstig effect op de werkgelegenheid, omdat de concurrentiepositie van bedrijven verbetert. Doordat de productie efficiënter en goedkoper wordt, kan de prijs dalen. Dat zorgt voor meer afzet en dus voor meer productie en meer werk.

Hoewel bij diepte-investeringen arbeiders dus vervangen worden door machines, zijn ze noodzakelijk om op langere termijn de werkgelegenheid te behouden.
Wanneer bedrijven niet meer goed kunnen concurreren, verdwijnt de werkgelegenheid ook.

  Vóór de investering De investering
hoeveelheid Kapitaal

alt

alt

1 machine 1 nieuwe machine
hoeveelheid Arbeid

alt

alt
2 arbeidsjaren nog maar 1 arbeidsjaar
Verhouding A/K 2/1 (2) 1/1 (1)
Conclusie: In verhouding wordt ná de investering relatief minder arbeid per machine gebruikt.

Diepte-investeringen zijn over het algemeen dus arbeidsbesparend.

 

Breedte-investering

Bij een breedte-investering verandert de verhouding tussen arbeid en kapitaal bij de productie níet. Meestal wordt dan een machine aangeschaft van hetzelfde type dat al in gebruik is.

Zoals uit onderstaand voorbeeld blijkt:

  Vóór de investering De investering
hoeveelheid Kapitaal

alt

alt

1 machine 1 nieuwe machine (van hetzelfde soort)
hoeveelheid Arbeid

alt

alt
2 arbeidsjaren ook 2 arbeidsjaren
Verhouding A/K 2/1 (2) 2/1 (2)
Conclusie: In verhouding wordt vóór en ná de investering dezelfde hoeveelheid arbeid per machine gebruikt.

Verwarring

In het dagelijks taalgebruik wordt het begrip investeren ook vaak gebruik voor gewone burgers (consumenten). Bij de aankoop van een nieuw huis, wordt dan gesproken van ‘een goede investering’.

Volgens de definitie bij het vak economie kunnen alleen bedrijven of de overheid investeren.
Kapitaalgoederen zijn productiemiddelen. En alleen bedrijven of de overheid kunnen produceren. Dus kunnen ook alleen bedrijven of de overheid investeren!

Dat nieuwe huis van iemand is geen productiemiddel. Daarom kan het ook nooit een investering zijn.