Hoeveel bedrijven aanbieden hangt af van hun verkoopbereidheid. Die verkoopbereidheid geeft aan wat een bedrijf minimaal wil ontvangen. Dat hangt in belangrijke mate af van de productiekosten van het bedrijf.
Hoe hoger de prijs, hoe aantrekkelijker het zal worden om dit product te gaan produceren, hoe groter het aanbod wordt.

Verkoopbereidheid

Met verkoopbereidheid geven we aan hoeveel een bedrijf minimaal wil ontvangen voordat het een product gaat aanbieden/produceren.

Deze verkoopbereidheid hangt af van de productiekosten om zo’n product te maken. Hoe duurder het is om te produceren, hoe hoger de prijs moet worden voordat een bedrijf het wil gaan verkopen.

We bekijken de verkoopbereidheid verder met behulp van een eenvoudig voorbeeld:
de verkoopbereidheid van 5 landen/plekken voor de productie van aardolie.

verkoopbereidheid

  • In Oman kun je zeer makkelijk olie winnen. De productiekosten zijn laag. Oman is daarom al voor een bedrag van € 25 bereid om olie aan te bieden.
  • In Rusland gaat oliewinning ook eenvoudig, hoewel iets moeizamer en met iets meer kosten dan Oman. Rusland gaat olie produceren als de prijs € 40 of meer wordt.
  • Noordzee-olie wordt pas rendabel om te produceren als de prijs € 50 (of meer) bedraagt.
  • Diepzee-winning gebeurt pas bij een prijs van € 68
  • Winnen van olie onder de poolkappen is een helse klus. Dit wordt pas rendabel wanneer de prijs boven de € 100 komt.

Wanneer we kijken naar de aangeboden hoeveelheid, zien we dat: 
hoe hoger de prijs, hoe groter de aangeboden hoeveelheid.

Dat geldt ook voor grotere hoeveelheden aanbieders.

Bij een prijs van €10 worden er 2 producten aangeboden.
Bij een prijs van €15 zijn dat al 12 producten
en bij een prijs van €20 worden 20 producten aangeboden.

leveringsbereidheid

aanbodlijn

De collectieve aanbodlijn

Bekijken we het voor een hele markt, dan hebben we het over aanbod in bijvoorbeeld miljoenen stuks.
Ook dan blijft natuurlijk gelden; hoe hoger de prijs, hoe meer bedrijven het product winstgevend op de markt kunnen/willen brengen, dus hoe hoger het aanbod.
Er is dus een positief verband tussen prijs en aangeboden hoeveelheid.

Zo’n aanbodlijn ziet er meestal als volgt uit:

Qa = 5P – 25

aanbodlijn1

Aanbod is afhankelijk van…

We zien in de vergelijking van de aanbodlijn alleen naar de afhankelijkheid van de prijs.
Maar het aanbod is niet alleen afhankelijk van de hoogte van de prijs. Het aanbod is ook afhankelijk van andere factoren, zoals:

  • het aantal aanbieders
  • de prijs van grond- en hulpstoffen
  • de kwaliteit van je productiefactoren, bijvoorbeeld:
    > geschoolde arbeiders zijn productiever, waardoor goedkoper geproduceerd kan worden
    > innovatie van proces en productiemethodes zorgt voor lagere productiekosten

Verschuiving van de lijn

Bij het opstellen van de aanbodlijn/aanbodfunctie worden al deze factoren constant verondersteld.
We beschrijven dan hoe het aanbod is bij verschillende prijzen met een gegeven aantal producenten die te maken hebben met vaste inkoopkosten, enz..
Je zou kunnen zeggen dat die vaste gegevens in het getal ’-25’ in de vergelijking zijn opgenomen.

Wanneer één van deze factoren verandert, verandert dat vaste getal en verschuift de lijn evenwijdig naar links of naar rechts

Originele aanbodfunctie Het vaste getal wordt groter Het vaste getal wordt kleiner
 

factor: aantal producenten

factor: productiekosten (olieprijs stijgt)

Qa = 5p – 25

Dit kan bijvoorbeeld veroorzaakt worden doordat het aantal producenten is toegenomen door het vervallen van een patent.
Bij eenzelfde prijs wordt dan meer aangeboden dan voorheen.

Door een stijging van de olieprijs wordt bij eenzelfde prijs minder aangeboden dan voorheen. 
Voor enkele bedrijven is het niet meer rendabel.

aanbodlijn1b aanbodlijn2 aanbodlijn3