Collectieve goederen zijn goederen die alleen door de overheid geleverd kunnen worden.
De particuliere sector kan deze goederen niet leveren, omdat het goed niet leverbaar is in eenheden per persoon. Dit gebrek aan uitsluitbaarheid zorgt ervoor dat een bedrijf geen prijs per individuele gebruiker in rekening kan brengen.
Bijvoorbeeld:
- Aanleggen van dijken – je kunt geen dijk per persoon verkopen (en je kunt wanbetalers niet uitsluiten van gebruik van de dijk als die er eenmaal ligt).
- Straatverlichting – je kunt niet per persoon een rekening sturen voor het gebruik van bepaalde straatverlichting (en wanbetalers het nut van de verlichting ontzeggen).
- Politie – je kunt openbare veiligheid niet per persoon leveren.
Conclusie:
je kunt geen prijs aan klanten berekenen of wanbetalers uitsluiten. Daarom moet het benodigde geld via de belastingen worden opgehaald. Dat kan/mag alleen de overheid.
Gevangenenprobleem en meeliftersgedrag
Met behulp van de speltheorie kunnen we laten zien dat de totstandkoming van collectieve goederen in een vrije markt erg onwaarschijnlijk is.
We gebruiken een zeer simpel voorbeeld: ‘jij’ en ‘je buurman’ delen een steegje achter het huis dat heel donker is. Voor de veiligheid zou er verlichting moeten komen.
- iedereen heeft “10” profijt van die verlichting
- de verlichting kost in totaal “12”
We stellen daarvoor een opbrengstenmatrix op:
netto profijt | jij | ||
wel bijdragen | niet bijdragen | ||
je buurman |
wel bijdragen | 4 , 4 | -2 , 10 |
niet bijdragen | 10 , -2 | 0 , 0 |
netto profijt | jij | ||
wel bijdragen | niet bijdragen | ||
je buurman |
wel bijdragen | 4 , 4 | -2 , 10 |
niet bijdragen | 10 , -2 | 0 , 0 |
Dit probleem wordt veroorzaakt doordat elke speler kan profiteren van de bijdrage van een ander. Je kunt namelijk niet van het gebruik van de verlichting worden uitgesloten als je niet betaalt. Als de buurman de verlichting betaalt, kun jij er tóch gebruik van maken. We noemen dit meeliftersgedrag.