Elke fase in de conjunctuurgolf kent economische problemen. Bij laagconjunctuur is er veel werkloosheid. Bij hoogconjunctuur veel inflatie.
De overheid kan met haar begrotingsbeleid de conjunctuurbeweging en de bijbehorende problemen zowel afzwakken als versterken. Dat is veelal een politieke keuze.

Anti-cyclisch begrotingsbeleid

Bij anti-cyclisch begrotingsbeleid gebruikt de overheid haar begroting (inkomsten en uitgaven) om de conjunctuurcyclus tegen te werken.

De overheid kán ervoor kiezen om een beleid te voeren dat de problemen, die door de conjunctuurgolf ontstaan, beperkt.
Dat kan door de overheidsbegroting tegen de conjunctuur in te laten werken: anti-cyclisch begrotingsbeleid (A).

anti-cyclisch begrotingsbeleid

Dat anti-cyclisch inzetten van de begroting komt erop neer dat:

In een periode van laagconjunctuur de overheid:

  1. haar eigen uitgaven zal vergroten
    → zodat er meer vraag ontstaat → zodat er meer productie nodig is → zodat er meer arbeiders nodig zijn → zodat de conjuncturele werkloosheid daalt.
  2. de belastingen zal verlagen
    → zodat consumenten meer inkomen overhouden → zodat er meer vraag ontstaat → zodat er meer productie nodig is → zodat er meer arbeiders nodig zijn → zodat de conjuncturele werkloosheid daalt.

Dit heeft wél tot gevolg dat de overheid een schuld gaat opbouwen, omdat de inkomsten dalen (belastingen omlaag) en de uitgaven stijgen (overheidsbestedingen omhoog).

In een periode van hoogconjunctuur de overheid:

  1. haar eigen uitgaven verlaagt (bezuinigen)
    → zodat er minder vraag is → zodat de overbesteding afneemt → zodat bestedingsinflatie daalt.
  2. de belastingen verhoogt
    → zodat consumenten minder inkomen overhouden → zodat er minder vraag ontstaat → zodat de overbesteding afneemt → zodat bestedingsinflatie daalt.

In deze periode kan de overheid minder uitgeven en meer ontvangen. Zo kan de opgebouwde schuld in de periode van onderbesteding worden afgelost.
Helaas blijkt lenen politici en kiezers makkelijker af te gaan dan terugbetalen, zodat de overheidsschuld inmiddels flink is opgelopen.

Pro-cyclisch begrotingsbeleid

Wanneer de overheid maatregelen neemt die de conjunctuurgolf versterken, spreken we van pro-cyclisch beleid (P).

Voorbeeld
De Nederlandse overheid heeft sinds 2008 voortdurend gekozen voor bezuinigingen in een periode dat het conjunctureel slecht ging. Hierdoor ging de economie extra slecht draaien. De overheid versterkt de economische problemen. Dat noemen we een pro-cyclisch beleid.

De overheid heeft voor dit beleid gekozen, omdat de overheidsschuld anders te sterk oploopt.
De bezuinigen leiden dan wel tot minder overheidsbestedingen en dus tot minder economische groei op korte termijn, maar moeten op langere termijn via gezonde overheidsfinanciën en een gezonde rente de economische groei juist veilig stellen.

Zoals eerder gezegd lopen de meningen over pro- of anti-cyclisch beleid voeren sterk uiteen. Ook onder economen.
In 2013 stellen steeds meer economen zich de vraag of de overheid de economie ook kapot kan bezuinigen door alleen maar te kijken naar de schuldpositie van de overheid.