De gehele oranje driehoek geeft de omvang van het chartale geld weer: dat zijn alle munten en bankbiljetten die in omloop zijn gebracht.
Om bij de maatschappelijke geldhoeveelheid te horen, moet het chartale geld in handen zijn van het publiek.
Een klein deel van het in omloop gebrachte chartale geld zit in de kas van de banken. Dat geld is weergegeven met de rode driehoek. Dit kasgeld dient ter dekking van het girale geld, zodat klanten bij een geldautomaat hun girale geld kunnen wisselen voor chartaal geld.
Contant geld in handen van de bank is dus wél in omloop gebracht door de Centrale Bank, maar hoort (nog) niet bij de Maatschappelijke geldhoeveelheid.
Chartaal geld wordt in onze moderne economie steeds minder belangrijk. Dankzij moderne betaalmethoden zoals pinnen of betalen met je mobiel hebben consumenten steeds minder contant geld nodig. Betalingen worden steeds vaker giraal geregeld.
Het is dus de vraag hoe lang onze economie nog contant geld zal gebruiken.