De kandidaat kan in de context van gezinshuishoudingen, ondernemingen en overheid analyseren dat ruil niet alleen op één moment in de tijd plaatsvindt, maar ook over de tijd. De prijs die deze intertemporele ruil coördineert is de rente.
E1: Gezinnen ruilen over de tijd
De kandidaat kan in de context herkennen en toepassen:
E2: De overheid ruilt over de tijd
De kandidaat kan in de context herkennen en toepassen: