Bron

van een website (maart 2011):

Méér miljardairs uit BRIC-landen Brazilië, Rusland, India en China “Opvallend op de jaarlijkse ranglijst van de rijkste mensen is dat het aantal miljardairs uit de BRIC-landen nu groter is dan het aantal uit Europa: een kwart van alle miljardairs komt uit deze opkomende markten.
Dat aandeel was vijf jaar geleden nog 10%. Miljardairs zijn in dit geval personen met een vermogen van meer dan één miljard dollar. (…) De BRIC-landen kennen de laatste jaren een hoge economische groei. Er zijn jaren waarin het bruto binnenlands product (bbp) stijgt met méér dan 8%.”

1

Maak van onderstaande zinnen een economisch juiste tekst:
Stijging van het bbp in een land betekent een groei van de …(1)… inkomens. Als deze groei meer dan evenredig terechtkomt bij de hogere inkomens is er sprake van …(2)… van de inkomensverdeling. Het bedrag van iemands vermogen kan op een bepaald tijdstip worden geteld en is daarom een voorbeeld van een …(3)….

Kies uit:
bij (1) primaire / secundaire
bij (2) denivellering / gelijk blijven / nivellering
bij (3) stroomgrootheid / voorraadgrootheid

Bij (1) – bekijk de theorie van de Personele inkomensverdeling.
Bij (2) – bij nivellering worden inkomensverschillen kleiner.
Bij (3) – stroomgrootheden meet je gedurende een periode | voorraadgrootheden op een bepaald moment.

In India, één van de BRIC-landen, profiteert een groot deel van de bevolking van de stijgende welvaart. Ook gaat in dit land de inkomensverdeling veranderen. Uit een onderzoeksrapport dat vooruitkijkt naar 2025, komen de gegevens in de bronnen 8 en 9.

Bron 8  huishoudens van India in vijf groepen van laag naar hoog primair inkomen

Groep Kenmerken primaire inkomens per huishouden
(bedragen 2005)
I inkomen onder de armoedegrens:
huishoudens zonder werk of met ongeschoold werk
< 90.000 rupees
II inkomen op of net boven de armoedegrens:
o.a. fabrieksarbeiders, kleine middenstanders, kleine pachters (boeren)
90.000-200.000 rupees
III modale inkomens:
zeer gemengde groep met onder andere hoger opgeleide starters op de arbeidsmarkt, ambtenaren, middenstanders, vertegenwoordigers
200.000-500.000 rupees
IV bovenmodale inkomens:
hoger opgeleiden met vaste banen bij bedrijven of overheid en boeren met veel eigen grond en/of vee
500.000-1.000.000 rupees
V topverdieners met een internationaal netwerk voor werk en sociaal leven:
eigenaren van multinationals, topambtenaren, hoge regeringsfunctionarissen
> 1.000.000 rupees

 

Bron 9  verdeling primaire inkomens per groep huishoudens in India

Groep 2) 2005
% aandeel van huishoudens cumulatief
2005
% aandeel van primaire inkomens cumulatief
2025 1)
% aandeel van huishoudens cumulatief
2025 1)
% aandeel van primaire inkomens cumulatief
I 50% 25% 20% 5%
II 95% 75% 50% 20%
III 98% 85% 85% 50%
IV 99% 95% 95% (a)
V 100% 100% 100% 100%

1) prognose
2) groepsindeling identiek aan de indeling op basis van kenmerken van bron 8

Gebruik bron 8.

2 Leid uit deze bron twee factoren af die bepalend zijn voor de hoogte van iemands primaire inkomen.

Vergelijk de kenmerken in bron 8 tussen verschillende inkomensgroepen (koppel je antwoorden zo goed mogelijk aan de bron!).

In 2025 zal groep IV een procentueel aandeel hebben in de totale primaire inkomens dat twee keer zo groot is als het aandeel van groep II.

Gebruik bron 9 bij de vragen 3 en 4.

3 Bereken het ontbrekende percentage bij (a) in de tabel van bron 9.

Bedenk hierbij dat:

  • de gegevens in de tabel cumulatief zijn – dat wil zeggen dat het getal bij groep II ontstaat door groep I en II bij elkaar op te tellen.
  • dat groep IV 2x zoveel verdient dan groep II.
4 Zullen de inkomensverschillen in India in de periode 2005-2025 groter worden, gelijk blijven of kleiner worden? Verklaar het antwoord met behulp van de gegevens in bron 9.

Hoeveel verdient de armste groep in 2005? En hoeveel verdient de rest in 2005?
Hoeveel zal dat in 2025 worden?

Gebruik bron 8 en bron 9.

5 Leg uit hoe de informatie uit beide bronnen een indicatie kan zijn dat ook huishoudens uit de laagste inkomensgroep van 2005 profiteren van de gestegen welvaart in 2025.

Hoeveel procent van de bevolking verdient nog een inkomen onder de 200.000 rupees?

1

bij (1) primaire
bij (2) denivellering
bij (3) voorraadgrootheid

2

Voorbeelden van juiste antwoorden zijn (twee van de volgende):

  • wel of geen werk (groep I t.o.v. de overige groepen)
  • opleiding of scholingsgraad (groepen II en III t.o.v. groep I)
  • bezit, zoals wel of geen grond en/of vee (groep IV t.o.v. groep II)
  • omvang van de eigen onderneming (groep V t.o.v. groep II)
Opmerking: uit de antwoorden moet blijken dat het gaat om factoren die invloed hebben op de hoogte van één of meerdere primaire inkomens, te weten loon, pacht, huur, rente, winst, zonder dat deze categorieën expliciet genoemd hoeven te worden.
3

Een voorbeeld van een juiste berekening is:

  • (20 − 5) × 2 = 30%
  • (a) = 50% + 30% = 80%
4

Groter worden
In 2005 heeft van alle huishoudens de helft met de laagste (primaire) inkomens een aandeel van 25% tegen 75% voor de helft met de hoogste inkomens, terwijl die verhouding in 2025 zal veranderen naar 20% voor de laagste helft tegen 80% voor de hoogste helft.

5

Een antwoord waaruit blijkt dat het (relatieve) aantal huishoudens in de laagste inkomensgroep (fors) daalt van 50% naar 20% (bron 9), hetgeen betekent dat in 2025 meer huishoudens boven de armoedegrens komen (bron 8).