fragment uit het onderzoeksrapport World of Work 2012:

De banencrisis in Japan, de Verenigde Staten en Europa die is ontstaan als gevolg van de kredietcrisis in 2008 wordt problematischer. In 2011 bedraagt de werkgelegenheidsgroei in deze gebieden gemiddeld 0,1% en blijft daarmee ver achter bij de gemiddelde economische groei van 2,2%.

Met name de situatie in Europa is alarmerend en vertoont geen tekenen van herstel op korte termijn. “Om de werkgelegenheidsgroei gelijke tred te laten houden met de economische groei moet er een aantal fundamentele maatregelen genomen worden”, aldus de directeur van het onderzoeksbureau.

In een 5-havoklas worden onderdelen uit het rapport besproken. Drie leerlingen doen een bewering:

  • Fleur:
    “De banencrisis in 2011 heeft een conjuncturele oorzaak.”

  • Tim:
    “Indien er op de Europese arbeidsmarkt sprake was van volkomen concurrentie, zou er geen banencrisis zijn.”

  • Ruth:
    “De arbeidsmarkt voldoet niet aan alle kenmerken van volkomen concurrentie.”

Gebruik het fragment uit het onderzoeksrapport.

1 Leg uit waarom de bewering van Fleur onjuist is.
 

Conjuncturele werkloosheid wordt veroorzaakt door te weinig bestedingen.

2

Maak van onderstaande tekst een juiste uitleg voor de bewering van Tim.

Stel dat er door de kredietcrisis van 2008 op de arbeidsmarkt een aanbodoverschot aan personen ontstaat. Het loon zal dan …(1)…. Hierdoor neemt de …(2)… arbeid toe, omdat de bedrijven …(3)… gaan werken. Tevens zal de …(4)… arbeid afnemen doordat bijvoorbeeld jongeren langer doorstuderen. Zo ontstaat er een nieuw evenwicht op de arbeidsmarkt.

Kies uit:

bij (1) dalen / stijgen
bij (2) aangeboden hoeveelheid / gevraagde hoeveelheid
bij (3) arbeidsintensiever / kapitaalintensiever
bij (4) aangeboden hoeveelheid / gevraagde hoeveelheid

3 Noem twee kenmerken van de marktvorm volkomen concurrentie en leg aan de hand daarvan uit dat de bewering van Ruth juist is.
 

De kenmerken van volkomen concurrentie:

  • veel vragers en veel aanbieders
  • een homogeen product
  • een transparante markt
  • vrije toe- en uittreding
  • waardoor individu geen invloed heeft op de prijs

De economieleraar van de 5-havoklas: “In het rapport staat dat er fundamentele maatregelen moeten worden genomen om de werkgelegenheidsgroei gelijke tred te laten houden met de economische groei. Een mogelijke maatregel is flexibilisering van de arbeidsmarkt. Er is nu namelijk sprake van loonstarheid: ongeveer 95% van alle Nederlandse arbeidsovereenkomsten is collectief vastgelegd in cao’s. Tijdens een economische crisis blijft het afgesproken loon van kracht en ontstaat er een aanbodoverschot van personen met werkloosheid als gevolg.”

Gebruik bron 1.

4 Welke grafiek geeft de redenering van de leraar over loonstarheid het best weer?
 

Loonstarheid betekent dat de loonhoogte niet makkelijk verandert: P staat vast.
Bedenk of door de crisis de vraag of het aanbod van arbeid verandert.

bron 1 werkloosheid na crisis als gevolg van loonstarheid op de arbeidsmarkt

1

Een voorbeeld van een juiste uitleg is:

Uit het tekstfragment blijkt dat de werkgelegenheidsgroei (0,1%) achterblijft bij de economische groei (2,2%), zodat niet geconcludeerd kan worden dat laagconjunctuur / conjuncturele neergang / onderbesteding de oorzaak is van de banencrisis.

2

bij (1) dalen
bij (2) gevraagde hoeveelheid
bij (3) arbeidsintensiever
bij (4) aangeboden hoeveelheid

3

Voorbeelden van een juist antwoord zijn:

  • vrije prijsvorming: loonvorming op de arbeidsmarkt wordt vaak gereguleerd door de overheid (bijvoorbeeld minimumloon) of door werkgevers- en werknemersorganisaties (loonafspraken)
  • homogeen ‘product’: arbeid is niet homogeen, want er zijn verschillen in scholing, ervaring en vaardigheid
  • vrije toetreding: arbeidskrachten kunnen niet vrij toe- en uittreden, omdat ze gebonden zijn aan de woonplaats of kwalificaties dan wel werkvergunningen nodig hebben om toe te treden
  • transparantie: vragers en aanbieders beschikken niet over volledige informatie over wie, wat, waar, wanneer vraagt en aanbiedt op de arbeidsmarkt
4

Grafiek 3