Domeinen Ruilen over Tijd en Goede Tijden, Slechte Tijden 

Noorwegen is een belangrijke producent van olie en gas. Dankzij de export van deze energieproducten stroomt er veel geld in de Noorse schatkist. Een groot deel van deze inkomsten wordt sinds de jaren ’90 van de vorige eeuw in het Noorse staatspensioenfonds gestopt: in de volksmond bekend als het ‘Petroleumfonds’. Het geld in dit fonds wordt in het buitenland belegd. Hiermee probeert de Noorse overheid de opwaartse druk op de koers van de Noorse kroon (NOR) tegen te gaan, om de internationale concurrentiepositie van Noorwegen sterk te houden.

Op deze manier hoopt Noorwegen een situatie te voorkomen die onder economen bekend staat als de ‘Dutch Disease’: zie verder bron 9.

Het Petroleumfonds heeft in december 2010 een waarde van 401 miljard euro. Dit fonds is bedoeld om de komende lasten van de vergrijzing op te vangen, maar zou ook ingezet kunnen worden om in slechtere tijden de Noorse economie te stimuleren.

bron 9 ‘Dutch Disease’ (Hollandse ziekte)

Met de uitdrukking Hollandse ziekte wordt bedoeld dat:

  • Nederland in de jaren ’60 en ’70 door de verkoop aan het buitenland van recent ontdekt aardgas te maken kreeg met een koersstijging van de Nederlandse valuta (gulden). In de jaren ’80 leidde deze verslechtering van de internationale concurrentiepositie tot een sterk oplopende werkloosheid.
  • Nederland de extra miljarden uit de aardgasopbrengsten niet spaarde maar gebruikte voor de financiering van lopende overheidsuitgaven.
1 Heeft de Noorse overheid in de jaren ’90 met de vorming van het Petroleumfonds gekozen voor het kapitaaldekkingsstelsel of voor het omslagstelsel? Verklaar het antwoord.
 

Bij een omslagstelsel wordt geld van verschillende groepen binnen een jaar overgeheveld.
Bij een kapitaaldekkingsstelsel spaart een groep voor ‘zichzelf’.

2

Maak van onderstaande zinnen economisch juiste redeneringen.

Als gevolg van de toegenomen olie- en gasexport …(1)… het saldo op de … (2) … van de Noorse betalingsbalans. Door de olie- en gasexport stijgt de vraag naar Noorse kronen (NOR) op de valutamarkt. De aankoop van buitenlandse beleggingen door het Noorse staatspensioenfonds leidt tot een … (3) … van het saldo op de …(4)… van de betalingsbalans. Zo probeert de Noorse overheid de koers van de NOR te stabiliseren.

Kies uit:

bij (1) verbetert / verslechtert
bij (2) kapitaalrekening / lopende rekening
bij (3) verbetering / verslechtering
bij (4) kapitaalrekening / lopende rekening

 

Bij (1 en 2):
Noorwegen ontvangt geld voor de export van goederen
Bij (3 en 4):
Wanneer Noorwegen geld in het buitenland belegt, stroomt dat geld naar het buitenland vanwege een puur financiële transactie.

In Nederland is het totaal van alle opgebouwde pensioenvermogens samen méér dan 100% van het bruto binnenlands product.

Gebruik bron 10 en bron 11.

3 Laat met een berekening zien dat dit in december 2010 ook gold voor het totaal opgebouwde vermogen van het Noorse Petroleumfonds.
 

In bron 11 zijn BBP en Vermogen van het fonds niet in dezelfde munteenheid gegeven.
Reken de dollarbedragen om naar euro’s met behulp van bron 10.

Noorwegen heeft in de jaren ’90 voor de bestemming van de opbrengsten uit de export van olie en gas een andere intertemporele afweging (‘ruilen over de tijd’) gemaakt dan Nederland heeft gemaakt in de jaren ’60 en ’70.

Gebruik bron 9.

4 Leg dit verschil in intertemporele afweging uit.
 

Wat heeft Nederland gedaan met de opbrengst van aardgas?
En welke keuze heeft de Noorse regering gemaakt?

Gebruik bron 9 en bron 11.

5

Beschrijf, aan de hand van kengetallen uit bron 11, hoe de Noorse en de Nederlandse intertemporele afwegingen verschillend hebben uitgewerkt op de economie. Leg daarbij uit welke bijdrage het Noorse Petroleumfonds in de laagconjunctuur van 2010 kan hebben gehad aan de betere cijfers van Noorwegen in vergelijking met Nederland.

Gebruik ongeveer 65 woorden.

 

Wat gebeurt er bij een economie in laagconjunctuur met overheidsfinanciën en werkgelegenheid?
Hoe kan de Noorse regering in zo’n periode het fonds gebruiken, zodat de getoonde verschillen ontstaan met Nederland?
Denk aan de term ‘anti-cyclisch begrotingsbeleid’.

bron 10 euro en VS dollar uitgedrukt in Noorse kronen (NOR)

  oktober 2010 november 2010 december 2010
1 euro is 8,11 8,14 7,90
1 VS dollar is 5,84 5,96 5,98

bron 11 economische kengetallen van Nederland en Noorwegen in de laagconjunctuur van 2010

    Nederland Noorwegen
bevolking miljoen personen 16,6 4,9
bruto binnenlands product (bbp) miljard VS dollar 853,8 470,9
groei bbp % ten opzichte van vorig jaar 1,8 0,3
vermogen Petroleumfonds miljard euro niet van toepassing 401
bbp per hoofd VS dollar 51.434 96.102
begrotingssaldo in % van het bbp -5,3 +10,5
staatsschuld in % van het bbp 59 29,1
werkloosheid in % van de beroepsbevolking 4,5 3,5
belastingopbrengsten in % van het bbp 38,4 36,8

1

Het kapitaaldekkingsstelsel

Uit de motivering moet blijken dat de ingelegde bedragen worden belegd om pas op termijn ingezet te kunnen worden (voor het financieren van specifieke overheidsuitgaven met betrekking tot ouderdomspensioenen).

2

bij (1) verbetert
bij (2) lopende rekening
bij (3) verslechtering
bij (4) kapitaalrekening

3

Voorbeelden van een juiste berekening zijn:

  • een berekening in VS dollars
      

    • = 529,75 miljard VS dollar
       
    •  × 100% = 112,5% / 529,75 is groter dan 470,9
        
  • een berekening in euro’s
      

    •  = 356,45 miljard euro
       
    •   × 100% = 112,5% / 401 is groter dan 356,45
       
4

Een antwoord waaruit blijkt dat Nederland de extra inkomsten uit export van aardgas direct heeft ingezet ter financiering van lopende overheidsuitgaven, terwijl Noorwegen vergelijkbare inkomsten heeft opgespaard voor financiering van toekomstige overheidsuitgaven.

5

Een antwoord waaruit blijkt dat

  • Noorwegen in 2010 een (veel) hogere productie per hoofd weet te bereiken bij een lagere werkloosheid en betere cijfers voorlegt voor begrotingssaldo en staatsschuldquote dan Nederland.
  • hetgeen kan betekenen dat Noorwegen in tijden van laagconjunctuur de verslechtering van de overheidsfinanciën heeft kunnen opvangen door het Petroleumfonds als buffer.
  • waardoor Noorwegen de welvaart (en werkgelegenheid) beter op peil heeft weten te houden in tijden van laagconjunctuur.