Domeinen Markten en Samenwerken & Onderhandelen

 

uit een krant, februari 2017:

Er is een parkeertarievenoorlog uitgebroken tussen de twee parkeergelegenheden bij vliegveld Aeroport. Vorige week opende prijsvechter Budget Parking (BP) de slagbomen van haar gloednieuwe parkeergelegenheid, een kilometer verwijderd van het vliegveld. Nog geen week later heeft BP haar parkeertarieven al verlaagd. Victor Valet, eigenaar van BP: “Bij ons leidt een prijsverlaging tot meer omzet. Onze parkeergelegenheid ligt iets verder van het vliegveld af dan die van onze concurrent Central Parking (CP), maar de consument let bij parkeren uitsluitend op de prijs en zal daarom massaal kiezen voor BP. En massa is kassa. Acht uur parkeren is bij BP bijna 80% goedkoper dan bij CP.”
De woordvoerder van CP kondigt aan dat CP zal reageren met een tariefsverlaging.

1 Is er na toetreding van BP op de parkeermarkt rondom het vliegveld Aeroport sprake van monopolistische concurrentie of van oligopolie? Licht je keuze toe.

Monopolistische concurrentie: veel aanbieders, heterogeen product
Oligopolie: weinig aanbieders, heterogeen (of homogeen) product

2 Zien consumenten, volgens Victor Valet, parkeren bij vliegveld Aeroport als een homogeen goed of als een heterogeen goed? Licht je keuze toe.

Homogeen product = als consumenten de producten van de verschillende aanbieders als identiek beschouwen.

3 Gaat Victor Valet uit van een prijselastische of prijsinelastische vraag naar parkeren bij hun parkeergelegenheid? Licht je keuze toe.

Prijselastisch: als de vraag procentueel méér verandert da de prijs (sterke reactie van de vraag)

Prijsinelastisch: als de vraag procentueel minder verandert dan de prijs (zwakke reactie van de vraag)

Bron 1  tariefstelling Budget Parking (BP) en Central Parking (CP)

BP CP
  • 20 minuten of een gedeelte hiervan € 1,50;
  • maximale dagtarief € 10
  • 20 minuten of een gedeelte hiervan € 2;
  • maximale dagtarief € 50

Gebruik bron 1.

4 Toon aan met een berekening dat acht uur parkeren bij BP inderdaad bijna 80% goedkoper is dan bij CP.

Goedkoper dan = procentueel verschil:

Formule procentuele verandering

Op de lokale omroep wordt een econoom geïnterviewd over de werking van de prijzenoorlog.

  • De econoom:
    “Stel dat BP en CP de tariefsverlaging nog niet hebben ingevoerd en voor de eenmalige en gelijktijdige beslissing staan: wel of geen tariefsverlaging. Deze situatie heb ik in een schema gezet (bron 2) en zoals u ziet ….”

  • De interviewer:
    “Ja, ik zie het al. Er is hier sprake van een gevangenendilemma ….”

Bron 2  matrix op basis van de winstveranderingen

Gebruik bron 2.

5 Heeft de interviewer gelijk met zijn uitspraak over het gevangenendilemma? Licht je keuze toe.

Er is sprake van een gevangenendilemma als het Nash-evenwicht niet de optimale uitkomst is.
Dus: stap 1 = zoek het Nash-evenwicht.

1

oligopolie
Er is sprake van een beperkt aantal (twee) aanbieders.

2

homogeen goed
Volgens Victor Valet maakt de consument uitsluitend op basis van de prijs een afweging.

3

prijselastische vraag
Een voorbeeld van een juiste toelichting is:

  • Een prijsverlaging / tariefverlaging leidt volgens Victor Valet tot meer omzet
  • Hij gaat er kennelijk van uit dat een prijsverlaging / tariefverlaging tot een meer dan evenredige stijging van de afzet leidt
4

Een voorbeeld van een juiste berekening is:

  • tarief BP bij 8 uur: € 10
    tarief CP bij 8 uur: (3 × € 2) × 8 uur = € 48
      
  • een verschil van: × 100% = -79,2%
5

De interviewer heeft geen gelijk.
Tarief verlagen is voor beide partijen de dominante strategie en is tevens de optimale uitkomst. Beide partijen krijgen een hogere winst dan bij tarief handhaven dus er is geen sprake van een gevangenendilemma.