In het onderstaande kringloopschema staan uitsluitend geldstromen tussen economische sectoren weergegeven.
 kringloopopg1
  • Voor iedere sector is het totaal van de inkomende geldstromen gelijk aan het totaal van de uitgaande geldstromen.
  • De bedragen luiden in miljarden euro’s en betreffen het jaar 2007.
  • Niet bij iedere pijl is het bedrag en de toelichting ingevuld.
  • De richting van de geldstroom tussen financiële instellingen en overheid is niet aangegeven
1 Bereken de import in 2007 in miljarden euro’s.
De richting van de geldstroom tussen financiële instellingen en overheid wordt uitsluitend bepaald door het overheidssaldo.

2 Loopt die geldstroom van financiële instellingen naar overheid of van overheid naar financiële instellingen? Verklaar het antwoord.
Een economisch onderzoeksbureau voorspelt dat de export in 2008 € 25 miljard hoger ligt dan in 2007. Dit leidt in 2008 ten opzichte van 2007 tot de onderstaande veranderingen (bedragen in miljarden euro’s).

particuliere consumptie netto investeringen overheidsbestedingen import
+15 +10 0 +5
Het onderzoeksbureau berekent dat de hogere export tot een stijging van het netto nationaal inkomen leidt van meer dan € 25 miljard en verklaart dit met behulp van het multipliereffect.

3

Bereken het bedrag waarmee het netto nationaal inkomen door de toename van de export in 2008 is gestegen.

4

Leg uit hoe een stijging van de export van € 25 miljard tot een stijging van het netto nationaal inkomen van meer dan € 25 miljard kan leiden.

Het kringloopschema in deze opgave kan realistischer worden gemaakt door pijlen toe te voegen. Zo heeft de overheid naast de overheidsbestedingen bij bedrijven in de praktijk ook andere uitgaven.
5

Welke pijl kan worden toegevoegd om een van die andere uitgaven weer te geven? Licht toe welke uitgave met die pijl wordt bedoeld.

1 Y = C + I + O + E – M
dus import: 250 + 29 + 139 + 415 − 460 = 373 miljard euro
 
2 van overheid naar financiële instellingen
De belastingen zijn hoger dan de overheidsbestedingen, zodat er sprake is van een financieringsoverschot (spaaroverschot).
 
3

stijging nationaal inkomen: 15 + 10 + 0 + 25 − 5 = 45 miljard euro

4 Een hogere export leidt tot een hoger nationaal product / inkomen, waardoor de gezinnen meer inkomen (Y) verdienen en meer gaan consumeren. Deze extra toename van de bestedingen zal weer leidt tot een hoger nationaal product / inkomen, enz….

Dit effect wordt alleen geremd doordat er sprake is van weglekken van geld uit deze kringloop in de vorm van sparen, belasting betalen en importeren.

5 een pijl van overheid naar gezinnen (bijvoorbeeld omdat de gezinnen uitkeringen krijgen van de overheid)

een pijl van overheid naar buitenland (omdat een (klein) deel van de overheidsbestedingen ook in het buitenland kunnen worden gedaan)

een pijl van overheid naar bedrijven (omdat bedrijven subsidies krijgen van de overheid)