Soms wordt de marktprijs van een product te hoog. Voor sommige consumenten wordt het product daardoor onbetaalbaar.
Wanneer de overheid het belangrijk vindt dat het product betaalbaar blijft voor alle consumenten, kan de overheid een maximumprijs voorschrijven.

Helaas zorgt een maximumprijs ervoor dat de markt niet meer in evenwicht is. Bij een lagere prijs:

  • zullen consumenten méér willen kopen, maar
  • zullen producenten minder gaan produceren.

Het gevolg hiervan is dat er een tekort aan producten ontstaat!

Een maximumprijs vinden we bijvoorbeeld op de markt van (sociale) huurwoningen.
De overheid stelt voor huurwoningen een maximumprijs vast. Zij is van mening dat het gaat om een product dat voor iedereen noodzakelijk is. De overheid grijpt echter in, omdat de evenwichtsprijs zó hoog zou worden, dat niet iedereen een huurwoning kan betalen.
Door elk jaar voor te schrijven dat de huren maximaal met een bepaald percentage omhoog mogen, wil de overheid ervoor zorgen dat ook mensen met een lager inkomen een huurwoning kunnen betalen.

Maximumprijs in marktmodel

Marktmodel:

Qv = -0,2P + 200
Qa = 0,2P – 40
waarbij: 
Q = aantal woningen × 1.000
P = huur per maand in euro’s

We kunnen daaruit berekenen dat er bij een evenwichtprijs (marktprijs) € 600 in totaal 80.000 huurwoningen aangeboden en gehuurd worden.

maximumprijs

De overheid is van mening dat de evenwichtsprijs van € 600 huur per maand voor gezinnen met een laag inkomen te hoog is.
Daarom wil de overheid de consumenten beschermen door een maximale huur van € 400 per maand voor te schrijven.

We kunnen dan met de aanbodvergelijking uitrekenen en in de figuur aflezen dat:

Qa = 0,2P – 40
Qa = 0,2×400 – 40
Qa = 40

Bij een huur van € 400 worden er nog maar 40.000 woningen aangeboden.

maximumprijs02

Dankzij ingrijpen van de overheid wordt de huurprijs verlaagd naar € 400.

We kunnen dan met de vraagvergelijking uitrekenen of in de figuur aflezen dat:

Qv = -0,2P + 200
Qv = -0,2×400 + 200
Qv = 120

Bij een huur van € 400 worden er 120.000 huurwoningen gevraagd.

maximumprijs03

Door het ingrijpen van de overheid in de prijs ontstaat dus een nieuw probleem:

  • bij de lagere prijs worden er 40.000 woningen aangeboden, maar
  • dankzij die lagere prijs worden er 120.000 woningen gevraagd.

Er ontstaat dus een tekort aan woningen.
De woningen zijn nu wel betaalbaar voor iedereen, maar ze zijn niet voor iedereen beschikbaar.

maximumprijs04

Aan dit tekort aan producten kan de overheid niet zoveel meer doen.
Er moet alleen een systeem verzonnen worden om de beschikbare producten eerlijk te verdelen over de consumenten.
In geval van de woningmarkt is daar een ingewikkeld systeem van regels voor gekomen. Om zo te kijken wie als eerste een woning krijgt.
In andere gevallen (zoals in de Tweede Wereldoorlog met veel producten) wordt soms gekozen voor een systeem met bonnen. Dan krijgt ieder gezin bonnen. Elke bon geeft het recht om een beperkte hoeveelheid te mogen kopen.

Veel leerlingen raken verward omdat de maximumprijs onder de evenwichtsprijs wordt getekend. Toch is dat heel logisch: de overheid wil de marktprijs die te hoog is voor de consument verlagen.