We kunnen een economische kringloopschema ook boekhoudkundig beschrijven. We spreken in dat geval van de nationale rekeningen.

Om dit te bespreken voorzien we het een kringloopschema van bedragen (in miljarden euro’s).

Kringloopschema

Elke sector (elk blokje in het kringloopschema) beschrijven we met een soort balans (rekeningen), waarop we de ingaande pijlen (middelen) en uitgaande pijlen (bestedingen) noteren. Vanwege het gesloten karakter zijn alle rekeningen in evenwicht, omdat het totaal van ingaande en uitgaande pijlen aan elkaar gelijk is in elke sector.
 

middelen GEZINNEN bestedingen
Y  680   C
S
B
 400
100
180
   680     680
middelen BEDRIJVEN bestedingen
C
I
O
E
 400
70
200
250
  Y
M
680
240
   920     920
   
middelen FINANC.INST. bestedingen
S 100   I
(O-B)
(E-M)
 70
20
10
   100     100
   
middelen OVERHEID bestedingen
B
(O-B)
 180
20
  O
 200
   200     200
middelen BUITENLAND bestedingen
M
(E-M)
240
10
  E
250
   250     250
   

Nationale rekeningen