De omzet is de totale waarde van de verkopen in een bepaalde periode.

In formule vorm: TO = p × q

waarin TO de omzet of totale opbrengst is,
p de prijs en q de afzet.

De omzet (= totale opbrengst) van een bedrijf is dus afhankelijk van prijs en afzet.

Omzet bij volkomen concurrentie

Op markten van volkomen concurrentie kan de producent de prijs niet beïnvloeden. De prijs wordt bepaald door vraag en aanbod van de totale markt. Elk individu, zowel producent als consument, is zo’n klein onderdeel van die markt dat hij de prijs niet kan beïnvloeden. Voor elke individuele producent is de prijs een vast gegeven.

producent_vc_prijsb

De prijs is dus een vast gegeven en is niet afhankelijk van de hoeveelheid die deze (kleine) producent wil aanbieden.
De omzet voor deze producent neemt dus voor elke product dat hij kan verkopen steeds toe met hetzelfde bedrag; de evenwichtsprijs van de markt.
De TO stijgt dus rechtevenredig met de productieomvang.

In bovenstaand voorbeeld: TO = 15q

to_indiv prod 

Omzet bij monopolie

Een monopolist heeft wél invloed op de prijs. Hij kan de prijs verhogen, maar moet er wel rekening mee houden dat hij dan klanten kwijt raakt.
Een monopolist is de enige aanbieder van het product. Daarom is de totale vraag naar het product gelijk aan zijn afzet. Als voor een prijs van € 4 de totale vraag naar het product 2 (mln stuks) is, zal dat ook de afzet voor de monopolist zijn.

prijs monopolist

De monopolist kan dus de prijs kiezen:

Bij een prijs van € 5 wil niemand het product kopen.

Bij een prijs van € 4 wordt het product 2× gekocht → de omzet is dan € 8

Bij een prijs van € 3 wordt het product 4× gekocht → de omzet is dan € 12

Bij een prijs van € 2 wordt het product 6× gekocht → de omzet is dan € 12

Bij een prijs van € 1 wordt het product 8× gekocht → de omzet is dan € 8

Voor een monopolist geldt dat zijn omzet eerst stijgt als hij meer producten wil verkopen door zijn prijs te verlagen.
Als hij echter door gaat met het verlagen van de prijs om meer te verkopen, gaat zijn opbrengst vanaf een bepaald punt omlaag.
Dat komt doordat hij wel een product méér verkoopt, maar alle andere producten óók in prijs moet verlagen.

We kunnen dit laten zien met de volgende grafiek:

totale opbrengst monopolist

Verwarring

Als een producent de OMZET kan laten stijgen door een prijsverandering, weet je nog steeds niet wat de WINST doet. Die is immers ook afhankelijk van de kosten!