De totale overheidsuitgaven bestaan uit de overheidsbestedingen en de overdrachtsuitgaven.

We kunnen dit schematisch als volgt weergeven:

collectieve uitgaven

een belangrijk deel van de overheidsconsumptie zijn de ambtenarensalarissen!

Met overheidsbestedingen legt de overheid zélf beslag op productiefactoren. Wanneer de overheid goederen of diensten koopt is het beslag op productiefactoren direct duidelijk. Maar ook met het in dienst nemen van ambtenaren legt de overheid beslag op productiefactoren, namelijk de productiefactor arbeid.

Met overdrachtsuitgaven legt de overheid indirect beslag op productiefactoren. Niet de overheid, maar de ontvanger van het geld koopt goederen of diensten.

Verwarring

Ten onrechte worden uitgaven aan sociale verzekeringen vaak bij de overheidsuitgaven genoemd. In principe staan de sociale verzekeringsfondsen financieel los van de overheid. Zij krijgen hun geld binnen via de sociale premies.
Helaas wordt tegen deze scheiding regelmatig gezondigd, zélfs op examens en steeds vaker ook door de overheid zelf. Tóch is het verstandig om deze tweedeling goed in de gaten te houden.

Wanneer er meer werkloosheid is zorgen extra werkloosheidsuitkeringen niet voor meer overheidsuitgaven. Wél voor meer uitgaven door de sociale verzekeringsfondsen!
Wanneer de overheid echter ook meer bijstandsuitkeringen moet gaan betalen stijgen de overheidsuitgaven wél. Bijstand wordt namelijk betaald uit de algemene belastingopbrengst en behoort tot de overdrachtsuitgaven van de overheid.