Een vraaglijn wordt meestal weergegeven als een rechte lijn. Die lijn daalt, omdat bij een lagere prijs steeds meer mensen bereid zijn die prijs te betalen.

Het tekenen van die lijn is een wiskundige vaardigheid. Waarschijnlijk heb je dat in de derde klas bij wiskunde ook behandeld.
Er is echter een belangrijk verschil: de x- en y-as zijn ten opzichte van wiskunde omgedraaid!

Vraaglijn tekenen

De vraagfunctie die het verband weergeeft tussen prijs en vraag.
In een grafiek zetten we bij economie de hoeveelheid op de horizontale as en de prijs op de verticale as.

Let op! 
Dit is anders dan je bij wiskunde gewend bent. X en Y staan precies andersom.

 

We gebruiken als voorbeeld de vraagfunctie: Qv = -10P + 94

va1
Doe het altijd zo:

Stap 1: bereken de 0-punten (snijpunten met de assen)
als P = 0
Qv = -10P + 94
Qv = -10 x 0 + 94
Qv = 94

Door eerst dit punt uit te rekenen, ken je de uiterste waarde in je grafiek. Hiermee kun je dus de horizontale assenverdeling verzinnen!

als Qv = 0
Qv = -10P + 94
0 = -10 x P + 94
10 x P = 94
P = 9,4

Door eerst dit punt uit te rekenen, ken je de uiterste waarde in je grafiek. Je kunt dus nu de verticale assenverdeling maken!

va2
Stap 2: teken de lijn

Vergeet niet de lijn te benoemen, omdat later in dezelfde grafiek ook nog een aanbodlijn wordt getekend.

Aan het dalen van de lijn is te zien dat er een negatief verband is tussen vraag en prijs. Bij een hoge prijs, weinig vraag en bij een lage prijs, veel vraag.

va3
Bedenk wel dat een vraaglijn een vereenvoudiging van de werkelijkheid is.
In werkelijk verloopt de vraaglijn wel dalend, maar niet als een rechte lijn.