Wanneer het aanbod van arbeid groter is dan de vraag naar arbeid, is er sprake van werkloosheid.
Er zijn dan mensen die willen werken, maar geen werk kunnen vinden.
Er zijn verschillende soorten werkloosheid. Allemaal met een andere oorzaak.
Afhankelijk van de oorzaak van de werkloosheid moet ook gekozen worden voor een andere maatregel om de werkloosheid op te lossen. Helaas is de praktijk lastiger dan je wellicht uit de theorie zou opmaken.
Bedenk ook dat we wel verschillende soorten werkloosheid kennen, maar dat we een werkloze meestal geen persoonlijk label kunnen geven met een soort werkloosheid.
Globale indeling
Indien de werkloosheid veroorzaakt wordt door te lage bestedingen, spreken we van conjuncturele werkloosheid. De oorzaak van de werkloosheid zit in de vraagkant van de economie.
In alle andere gevallen spreken we van structurele werkloosheid. De oorzaak moet dan gezocht worden in de aanbodkant van de economie.
Structurele werkloosheid wordt verder onderverdeeld in kwantitatieve structurele werkloosheid, kwalitatieve structurele werkloosheid, seizoenswerkloosheid en frictiewerkloosheid.
Conjuncturele werkloosheid
Soort werkloosheid | Omschrijving | Oplossing |
---|---|---|
conjuncturele werkloosheid | De bestedingen zijn te laag. Er wordt te weinig gekocht, waardoor bedrijven hun productie beperken. Bedrijven maken geen gebruik van hun totale capaciteit, waardoor er minder mensen worden ingezet dan maximaal mogelijk. |
De overheid kan ervoor kiezen om anti-cyclisch begrotingsbeleid te voeren. Dat betekent dat de overheid de bestedingen stimuleert door:
De Centrale Bank kan de bestedingen ook stimuleren door de rente te verlagen. Dan wordt lenen goedkoper. Als dan meer mensen gaan lenen, wordt er ook meer gekocht. |
Van een land is gegeven:
De bestedingen € 500 mld.
De productiecapaciteit bedraagt € 530 mld.
De arbeidsproductiviteit bedraagt € 100.000 per jaar.
Wanneer er voor € 500 mld. gekocht wordt, zal er ook maar voor € 500 mld. geproduceerd worden.
De productie is dus € 30 mld. minder dan maximaal. Daardoor hebben 300.000 mensen geen werk omdat er te weinig gekocht wordt.
De conjunctureel werkloos bedraagt dus 300.000 personen.
Kwantitatieve structurele werkloosheid
Soort werkloosheid | Omschrijving | Oplossing |
---|---|---|
kwantitatieve structurele werkloosheid |
Kwantiteit = hoeveelheid
Er zijn, zélfs bij maximale productie, onvoldoende arbeidsplaatsen om iedereen een baan te geven.
Enkele belangrijke oorzaken zijn:
|
De overheid moet zorgen voor een goed investeringsklimaat, zodat bedrijven blijven investeren. Dit zorgt voor de lange termijn voor behoud/groei van de productiecapaciteit.
Op korte termijn kunnen maatregelen genomen worden om het beschikbare werk beter te verdelen over de beroepsbevolking. Hierbij kan gedacht worden aan:
|
Een rekenvoorbeeld
Van een land zijn de volgende gegevens bekend:
- de productiecapaciteit bedraagt € 600 mld.
- de arbeidsproductiviteit bedraagt € 125.000
- de omvang van de beroepsbevolking is 5 mln. personen
Wanneer in dit land de productiecapaciteit volledig wordt benut, bedraagt de werkgelegenheid:
Dat wil zeggen dat er bij maximale productie nog steeds 200.000 personen (5 mln – 4,8 mln) werkloos zijn.
Dat noemen we (kwantitatieve) structurele werkloosheid.
Kwalitatieve structurele werkloosheid
Soort werkloosheid | Omschrijving | Oplossing |
---|---|---|
kwalitatieve structurele werkloosheid |
Kwaliteit = ‘opleiding’ werkzoekenden
De werkzoekenden beschikken niet over de juiste kwaliteiten om te kunnen voldoen aan de vacatures die er zijn.
Met andere woorden: vraag en aanbod op de arbeidsmarkt sluiten niet goed op elkaar aan.
|
Mogelijke oplossingen voor dit probleem zijn:
|
Bijvoorbeeld:
In een periode van oplopende werkloosheid, vallen er op scholen lessen uit omdat er geen docenten te vinden zijn.
Scholen zoeken docenten. Er zijn dus vacatures.
De werklozen hebben echter niet de juiste opleiding om docent te worden ⇒ ze zijn kwalitatief structureel werkloos.
Een deel van de werklozen kan met (beperkte) scholing tóch voor de klas. Daardoor kunnen vacatures worden vervuld en neemt de (kwalitatieve structurele) werkloosheid af.
Frictiewerkloosheid
Soort werkloosheid | Omschrijving | Oplossing |
---|---|---|
frictiewerkloosheid |
Werkloosheid die ontstaat bij het zoeken of het wisselen van een baan (maximaal 8 maanden werkloos).
Oorzaak zijn lange sollicitatieprocedures of slechte informatievoorziening.
|
Oplossingen:
|
Seizoenswerkloosheid
Soort werkloosheid | Omschrijving | Oplossing |
---|---|---|
seizoenswerkloosheid |
Werkloosheid van tijdelijke aard, veroorzaakt doordat er tijdens bepaalde seizoenen in een sector geen/minder werk is.
Bijvoorbeeld:
|
Er zijn niet veel maatregelen die de overheid hiertegen kan nemen.
Er is wel een voorbeeld:
In de winter betalen werkgevers van schildersbedrijven minder sociale premies. Hierdoor kunnen schildersbedrijven in de winter goedkoper werken. De extra vraag die hierdoor in de winter ontstaat betekent dat sommige schilders niet meer werkloos zijn in de winter. |