Arbeidsproductiviteit is de gemiddelde productie per werknemer per tijdseenheid.
De arbeidsproductiviteit (apt) kan gemeten worden in het aantal producten of de waarde van de productie die één arbeider gemiddeld per uur of per jaar produceert.
De verandering van de apt kan verschillend zijn, afhankelijk van de tijdsduur.
Zo kan de apt per uur constant blijven, terwijl de apt per jaar stijgt. Bijvoorbeeld wanneer een werknemer minder vakantiedagen krijgt.
De arbeidsproductiviteit per uur kan toenemen door:
Dankzij een stijging van de apt kunnen producten goedkoper worden geproduceerd.
Dat geeft bedrijven de mogelijkheid om:
Verbeteringen in het productieproces, zoals de introductie van de lopende band, en het introduceren van computers en robots in de productie hebben de arbeidsproductiviteit sterk laten toenemen in het verleden.
Voordeel is dat er veel en goedkoper geproduceerd kan worden.
Nadeel is dat er steeds minder mensen nodig zijn voor die productie. Bovendien moeten arbeiders steeds meer scholing hebben. Ongeschoolde arbeid neemt steeds verder af. Kon een fabrieksarbeider vroeger nog zonder opleiding beginnen, tegenwoordig moet hij geschoold worden om de robots te kunnen bedienen of repareren.
Verwarring arbeidsproductiviteit en productiecapaciteit
De begrippen arbeidsproductiviteit en productcapaciteit worden nog wel eens door elkaar gehaald.
Maar bij arbeidsproductiviteit gaat het om écht geleverde productie (evenredig verdeeld over het aantal werknemers),
terwijl het bij productiecapaciteit gaat om de maximaal haalbare productie.
Voorbeeld:
In een bedrijf worden maandelijks 10 mln. producten gemaakt.
De productiecapaciteit per maand bedraagt € 12 mln.
Er werken 200 werknemers in dit bedrijf.
De apt bedraagt: 50.000 stuks per maand (10 mln. stuks verdeeld over 200 werknemers)