Opgave 1
| 1 |
Arceer in dit marktmodel de totale opbrengst van de gezamenlijke producenten. |
Opgave 2
| 2 |
Arceer in deze grafiek de maximale totale winst die deze monopolist kan behalen. |
| 3 |
Arceer in deze grafiek de totale constante kosten, indien de monopolist 300 producten maakt. |
Opgave 3
| 4 |
Arceer in deze grafiek de totale omzet indien de monopolist streeft naar maximale totale winst. |
Opgave 4
| 5 |
Arceer in deze grafiek de totale kosten voor de overheid die ontstaan door de noodzaak om het aanbodoverschot op te kopen bij deze minimumprijs. |
| 1 | Oppervlakte = lengte x breedte TO = P x Q |
 |
| 2 | Maximale winst wordt gehaald bij de productieomvang waar MO=MK
Oppervlakte = lengte x breedte GW = GO – GTK |
 |
| 3 | Oppervlakte = lengte x breedte TCK = Q x GCK GCK = GTK – GVK |
 |
| 4 | Maximale winst wordt gehaald bij de productieomvang waar MO=MK
Oppervlakte = lengte x breedte |
 |
| 5 |
Oppervlakte = lengte x breedte Kosten = P x overschot |
 |