Opgave 1

Stel de vergelijking op voor x (dus: x = ……..), indien:

1

y = 2x – 40

2

y = ¼ x + 6

1

y = 2x – 40
y-2x = -40
-2x = -y – 40
x = ½y + 20

2

y = ¼ x + 6
y -¼ x = + 6
-¼ x = – y + 6
x = 4y – 24

Opgave 2

Schrijf de collectieve vraagfunctie (qv=…) om in een prijsafzetfunctie (p=…):

3

qv = -2p + 50

4

qv = -25p + 800

3

qv = -2p + 50
qv + 2p = + 50
2p = – qv + 50
p = ½qv + 25

4

qv = -25p + 800
qv + 25p = + 800
25p = -qv + 800
p = – 1/25 qv + 24