Ga bij fouten of ontbrekende antwoorden naar de bijbehorende theorie. Gebruik daarvoor de rode knop voor elke vraag.
Bekijk deze theorie voordat je verder gaat.
Kennen
§ 1 – Algemeen
§ 2 – Pensioen
Het pensioenstelsel in Nederland bestaat uit drie pijlers:
|
|
Bij een omslagstelsel wordt de betaalde premie gebruikt om de uitkeringen in datzelfde jaar te betalen. |
|
Pensioenfinanciering via het omslagstelsel kan problematisch worden als er vergrijzing is / als de verhouding tussen werkenden en pensioengerechtigden scheef groeit. |
|
Bij een kapitaaldekkingsstelsel wordt de premie gebruikt om te beleggen, zodat daar later het pensioen uit betaald kan worden. |
|
Pensioenfinanciering via het kapitaaldekkingsstelsel kan problematisch worden als beleggingsopbrengsten tegen vallen. |
|
Bij een waardevast pensioen stijgt het pensioenbedrag mee met de prijzen / inflatie . |
|
Bij een welvaartsvast pensioen stijgt het pensioen mee met de gemiddelde lonen . |
§ 3 – Overheid
Het begrotingstekort is het bedrag dat de overheid in een jaar moet lenen. |
|
Het financieringstekort is het bedrag waarmee de staatsschuld in een jaar stijgt. |
|
Met de staatsschuldquote wordt de omvang van de staatsschuld uitgedrukt in procenten van het BBP . |