Om de ontwikkeling van verschillende grootheden (zoals prijzen of inkomen) ten opzichte van elkaar goed te kunnen vergelijken wordt vaak gebruik gemaakt van indexcijfers.
Elk examen bevat sommen met indexcijfers. Zorg er dus voor dat je het onderstaande goed beheerst!
Indexcijfers
De periode waarmee we alle andere periodes vergelijken noemen we het basisjaar.
Dit basisjaar krijgt het indexcijfer 100. Eigenlijk maak je er dus gewoon 100% van.
Daarbij geldt dat:
– een indexcijfer boven de 100 duidt op een procentuele stijging ten opzichte van het basisjaar.
– een indexcijfer onder de 100 duidt op een procentuele daling ten opzichte van het basisjaar.
Formule indexcijfer:
In 2013 (het basisjaar) had Dhr. Wolters een inkomen van €50.000. Een jaar later bedroeg zijn inkomen €58.000, terwijl in 2015 zijn inkomen €61.000 bedroeg.
We bekijken de ontwikkeling van het nationaal inkomen (BBP) van een land.
Als basisjaar nemen we het jaar 2010. Maak nu enkele oefenopgaven over indexcijfers
Procentuele veranderingen
Om een procentuele verandering uit te rekenen maakt het niet uit of het om indexcijfers, euro’s of aantal producten gaat. Je kunt die allemaal op dezelfde manier berekenen.
Kijk hiervoor eventueel naar de uitleg over procenten.
Formule procentuele verandering:
jaar | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 |
BBP indexcijfers |
97,9 | 100 | 107,6 | 111,8 | 112,6 | 114,8 | 110,1 |
Bereken hoeveel de procentuele verandering van het nationaal inkomen in 2014 (ten opzichte van 2013). Voorbeeld 2
Bereken hoeveel de procentuele verandering van het nationaal inkomen in 2016 (ten opzichte van 2015). Maak nu enkele oefenopgaven over procentuele veranderingen bij indexcijfers.
Vooruitgaan en teruggaan in de tijd bij procentuele veranderingen
Op 1 oktober 2015 telt een school 1000 leerlingen. De directie verwacht dat het leerlingenaantal jaarlijks met 2% zal stijgen.
Gevraagd: Bereken het verwachte aantal leerlingen op 1 oktober 2018
Uitwerking:
1000 x 1,02 x 1,02 x 1,02 = 1061,2
(of: 1000 x 1,023)
Dus: 1061 leerlingen (vergeet niet af te ronden!)
Voorbeeld 2: achteruitOp 1 oktober 2015 telt een school 900 leerlingen. Dit was het gevolg van een jaarlijkse stijging van het aantal leerlingen met 3%.
Gevraagd: Bereken het aantal leerlingen op 1 oktober 2011
Uitwerking:
Basisjaar verleggen
Je huidige nationale inkomen uitdrukken in een indexcijfer ten opzichte van het jaar 2000 is nuttiger dan het te (blijven) vergelijken met het inkomen uit 1800.
In onderstaand voorbeeld gaan we het basisjaar verleggen van 2005 naar 2008, hoewel zo’n korte verschuiving van basisjaar in werkelijkheid hoogst ongebruikelijk is.
De waarde van 2008 (112,6) moet dus 100(%) worden, terwijl alle andere waarden daarmee vergeleken worden: