Domein H, Welvaart en Groei

Domein H, Welvaart en Groei2024-10-11T15:38:47+02:00

De kandidaat kan in contexten analyseren wat op nationaal en op mondiaal niveau de oorzaken zijn van economische groei en van de verdeling van inkomen en welvaart. Keuzes op microniveau werken door op macroniveau in elke economie die gekenmerkt wordt door wederzijds afhankelijke markten.

Afschrijvingen2016-12-15T14:54:56+02:00
Afschrijvingen verdelen de kosten van (vaste) kapitaalgoederen over meerdere boekhoudkundige periodes.
Afschrijvingen geven de waardevermindering van deze kapitaalgoederen weer.
Arbeidsinkomensquote2016-12-15T14:54:55+02:00
De arbeidsinkomensquote geeft aan hoeveel procent van het totale inkomen wordt verdiend met arbeid. Zowel arbeid in loondienst als arbeid door zelfstandige ondernemers.
Arbeidsproductiviteit2017-01-08T11:35:39+02:00

Arbeidsproductiviteit is de productie per arbeider per tijdseenheid.

BBP – Bruto Binnenlands Product2016-12-15T14:54:56+02:00
Het (Bruto) Binnenlands Product is de totale waarde van de productie binnen de landsgrenzen.
Deze productie vindt plaats bij bedrijven en bij de overheid.
Belastingdruk2016-12-15T14:54:56+02:00
De belastingdruk is het deel van het inkomen dat aan belasting betaald moet worden.

De gemiddelde belastingdruk geeft aan hoeveel procent van het totale inkomen aan belasting betaald moet worden.

De marginale belastingdruk geeft aan hoeveel procent belasting betaald moet worden over een extra euro inkomen.

Beroepsbevolking2017-01-08T11:37:02+02:00

Beroepsbevolking is alle personen in de leeftijd van 15 tot 75 die: betaald werk hebben (werkzame beroepsbevolking), of die geen betaald werk hebben, maar recent naar betaald werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn (werkloze beroepsbevolking).

Categoriale inkomensverdeling2016-12-15T14:54:56+02:00
De categoriale inkomensverdeling geeft aan hoeveel procent van het totale inkomen wordt verdiend met de verschillende productiefactoren.
Concurrentiepositie2016-12-15T14:54:54+02:00
De (internationale) concurrentiepositie geeft aan in welke mate bedrijven in staat zijn om te concurreren met andere bedrijven (in andere landen).
Deelnemingspercentage of participatiegraad2017-01-08T11:38:06+02:00

De participatiegraad, of het deelnemingspercentage, geeft aan hoeveel procent van de beroepsgeschikte bevolking behoort tot de beroepsbevolking.

Denivelleren2016-12-15T14:54:56+02:00
Denivelleren is het groter worden van inkomensverschillen.
Diepte-investering2016-12-15T14:54:55+02:00
Een diepte-investering is een investering waarbij de kapitaalintensiteit verandert. Meestal is een diepte-investering een arbeidsbesparende investering, waarbij machines arbeid vervangen.
Heffingskorting2016-12-15T14:54:56+02:00
Een heffingskorting is een bedrag aan belasting dat iemand niet hoeft te betalen.
Innoveren2016-12-15T14:54:55+02:00
Innoveren is het ontwikkelen en met succes introduceren van nieuwe producten of van nieuwe productietechnieken.
Investeren2016-12-15T14:54:55+02:00
Investeren is het aanschaffen van kapitaalgoederen (productiemiddelen) door bedrijven of de overheid.
Loonkosten2016-12-15T14:54:54+02:00
De loonkosten zijn de totale kosten die een werkgever heeft voor een werknemer.
De loonkosten bestaan uit het brutoloon van de werknemer én de sociale premies die de werkgever moet betalen.
Loonquote2016-12-15T14:54:55+02:00
De loonquote geeft aan hoeveel procent van het totale inkomen wordt verdiend met arbeid in loondienst.
Nivelleren2016-12-15T14:54:56+02:00
Nivelleren is het verkleinen van de inkomensverschillen.
p/a-ratio2017-01-08T11:44:29+02:00

De p/a-ratio geeft aan hoeveel personen (gemiddeld) één arbeidsjaar delen.
Het geeft dus een beeld van de mate waarin mensen in deeltijd werken.

Primair inkomen2016-12-15T14:54:56+02:00
Primair inkomen is het inkomen dat verdiend wordt met het ter beschikking stellen van productiefactoren.
Productiecapaciteit2016-12-15T14:54:55+02:00
De productiecapaciteit is de maximale productie van een bedrijf (of een land) in een bepaalde periode.
Productiefactoren2016-12-15T14:55:02+02:00
Productiefactoren zijn de middelen die altijd in een bepaalde combinatie noodzakelijk zijn om te kunnen produceren.

Die productiefactoren zijn:

  • Kapitaal
  • Arbeid
  • Natuur
  • Ondernemerschap

 

Progressieve belasting2016-12-15T14:54:56+02:00
Progressieve belasting betekent dat iemand met een hoger inkomen, procentueel meer belasting betaalt.

OF: naarmate het inkomen van iemand stijgt, neemt de gemiddelde belastingdruk toe.

Protectionisme2021-04-28T10:14:39+02:00

Wanneer landen hun eigen bedrijven beschermen tegen producten uit het buitenland, spreken we van protectionisme.

Secundair inkomen2016-12-15T14:54:56+02:00
Secundair inkomen is het inkomen nadat de overheid door het heffen van loon- en inkomstenbelasting en het verstrekken van inkomensafhankelijke subsidies en uitkeringen het (primaire) inkomen heeft herverdeeld.
Toegevoegde waarde2016-12-15T14:54:56+02:00
Toegevoegde waarde is de waarde van de productie van een bedrijf of van de overheid.

Voor bedrijven geldt:
Bruto toegevoegde waarde = Omzet – Inkopen

Voor de overheid geldt:
Netto toegevoegde waarde = ambtenarensalarissen

Welvaart2016-12-15T14:55:02+02:00
Welvaart is de mate waarin iemand in zijn/haar behoefte kan voorzien met schaarse middelen.

In enge zin: dan kijken we alleen naar hoeveel iemand kan kopen (koopkracht / reële inkomen).
In ruime zin: dan kijken we naar alle schaarse middelen (dus ook naar gezondheid, milieu, vrije tijd).

 

WIG2016-12-15T14:54:55+02:00
Het verschil tussen de loonkosten voor de werkgever en het nettoloon van de werkgever, noemen we de wig. De wig wordt veroorzaakt doordat de overheid belasting en premies int die gekoppeld zijn aan het brutoloon.

Meten van inkomen

Inkomen wordt verdiend met productie. Het inkomen uit productie kunnen we op twee manieren meten. Via de productie (objectieve methode) of via het verdiende inkomen (de subjectieve methode). Ook de omvang van de bestedingen kan gebruikt worden om de productie te meten.

Uitleg

Opgaven

Nominaal en reëel bbp

De economische kringloop

Een kringloopschema laat de belangrijkste geldstromen in de economie zien.
De ene sector heeft geld over, de andere sector leent geld. Dat geldt binnen een land, maar ook tussen landen. Wanneer wij meer exporteren dan importeren, moet het buitenland het geld daarvoor bij ons lenen.

Uitleg

Economische kringloop
Betalingsbalans

Inkomen (her)verdelen

Het inkomen zoals het verdiend wordt uit productie is nogal scheef verdeeld. De overheid zorgt met belastingen en uitkeringen voor een stukje herverdeling van inkomen.

Uitleg

Inkomstenbelasting
Aftrekpost/Heffingskorting
Lorenzcurve

Structuur

Met de structuurkant van de economie bedoelen we de aanbodkant. We kijken naar ontwikkelingen op de langere termijn. Ontwikkelingen die van invloed zijn op de productiecapaciteit en de concurrentiepositie zijn daarbij heel belangrijk.

Uitleg

Structuur

Bij het vak economie wordt vaak een onderscheid gemaakt tussen de vraagkant en de aanbodkant van de economie. Bij de aanbodkant, ook wel structuurkant genoemd, van [...]

Innoveren

Innoveren is het ontwikkelen en met succes introduceren van nieuwe producten of van nieuwe productietechnieken. [...]

p/a-ratio

De p/a-ratio geeft aan hoeveel personen (gemiddeld) één arbeidsjaar delen. Het geeft dus een beeld van de mate waarin mensen [...]

Loonkosten

Een bedrijf zal altijd proberen zo goedkoop mogelijk te produceren. Hoeveel arbeid een bedrijf zal inschakelen zal (onder andere) afhankelijk [...]

WIG

In de loononderhandeling wordt een brutoloon afgesproken. Werkgevers hebben echter te maken met loonkosten die [...]

Opgaven

Structuur
Structuurbeleid
Innovatie
Ga naar de bovenkant